De dag van het MRA Smart Mobility Congres begon met een staking van ProRail. En dus reden er op 13 november tot 9.00 uur geen treinen. Voor de één een hindernis, voor slimme reizigers een uitdaging om tóch op tijd te komen. Zij grepen dan ook allerlei mobiliteitsoplossingen aan, zoals carpoolen, deelauto’s en P&R-locaties in combinatie met deelvervoer en lokaal OV. Met als resultaat dat om klokslag 11 uur het congres van start ging met een goed gevulde zaal.

In die zaal met vertegenwoordigers van overheden, kennisinstituten, marktpartijen en andere geïnteresseerden beet Irene Rompa het spits af met een energieke inleiding en een paar prikkelende stellingen. De zaal mocht reageren en deed meteen enthousiast mee. De stemming zat erin. Porgrammamanager Daniël van Motman van het MRA – platfom Smart Mobility kondigde vervolgens de koerswijziging aan van  het platform: ‘We richten onze werkzaamheden voortaan op de verbinding tussen regio en stad. En data en digitalisering gaan ons helpen die regionale opgave aan te pakken. We gaan van denken naar doen. En dat doen we samen met onze partners, vanuit onze gezamenlijke slagkracht.’

Een prima aanpak als je verder wilt innoveren, zo bleek later uit de keynote van hoogleraar Organisatiewetenschappen Tim de Leeuw van de Tilburg University. Tijdens zijn speech gaf hij vijf richtlijnen voor een goede innovatieflow, waarvan het tussentijds afscheid nemen van bepaalde processen er een was: goed voor het creëren van ruimte voor nieuwe ontwikkelingen.

Slim zijn is de norm

Marja Ruigrok – bestuurslid Vervoersregio Amsterdam (VRA) – riep de zaal op tot actie. Slim bezig zijn is volgens haar niet nieuw meer. Sterker: het is inmiddels de norm (‘Alles is al slim’). En dus is het tijd om aan de slag te gaan. Slimme plannen omzetten in slimme praktijk. Bijvoorbeeld door meer en vaker mobiliteit te delen, zodat er schaalvergroting ontstaat. Want als je niet kunt delen, kun je ook niet vermenigvuldigen, zo luidt haar motto. Maar hoe doe je zoiets? Hoe zet je dat in gang? Volgens Ruigrok moeten partijen elkaar beter weten te vinden en meer samenwerken. Op platforms, in clubs, bij netwerken én … tijdens congressen.

Actief sturen

Tijdens de lunch bleek de oproep van Ruigrok tot de verbeelding te spreken. De opvatting om tot concrete acties te komen, bleek breed gedragen. Evenals haar enthousiasme over de regionale aanpak. ‘We moeten het allemaal niet te ingewikkeld maken’, aldus Chris de Veer van de Provincie Noord-Holland. ‘Met duidelijke communicatie kun je mensen helpen bij het gebruikmaken van deelmobiliteit. Denk bijvoorbeeld aan het actief benaderen van woningcorporaties om deelauto’s op te nemen in nieuwbouwprojecten. Dan maak je het concreet.’ Angelique Morcus – projectmanager Buurthubs bij de Gemeente Amsterdam – zet mensen letterlijk op de deelbakfiets om zo het deelvervoer in de wijk te stimuleren. ‘We hebben in Amsterdam zo’n 750 deelbakfietsen staan bij diverse buurthubs. Door mensen uit de buurt voor ritjes uit te nodigen, laat ik ze hiermee kennismaken. Zo kunnen ze meteen ervaren hoe het werkt.’

De regio in verbinding

Tijdens de middagsessies was er ook veel ruimte voor actie. Bij diverse bijeenkomsten werd getekend en geschreven en innovatieve plannen uitgewerkt op tafellakens. Spellen werden gespeeld en ideeën verzameld voor slimme en duurzame mobiliteitsoplossingen tijdens SAIL 2025. Ook was er volop aandacht voor de regio. Mirjam de Keizer, projectleider Regionale Deelmobiliteit bij de Vervoerregio Amsterdam, legde uit hoe zij deelmobiliteit in de regio wil stimuleren. Vooral op plekken waar het OV niet voldoende dekking heeft. Maar hoe organiseer je zoiets over 14 gemeentegrenzen heen? En wie gaat die mobiliteit aanbieden? ‘We kunnen dit plan alleen laten slagen door het samen te doen’, lichte ze toe. ‘Met overheden en marktpartijen. En met alle 14 gemeenten uit de Vervoerregio Amsterdam.’ Voor de Vervoerregio maakte ze een plan waarin uiteen is gezet hoe dit aan te pakken.

Opbrengsten van de dag

Na afloop van de sessies kwam iedereen weer bijeen in de plenaire zaal, om de opbrengst van de dag te evalueren. Bij de SAIL-sessie bleek dat de aangeleverde ideeën uitstekend aansluiten bij de duurzame doelstellingen van het SAIL-team. Mede-sessieleider Maarten Peeters: ‘Veel ideeën uit de tafellakensessie werken we verder uit tijdens de innovatietafel Mobiliteit van Sail, waarbij ook het platform is aangesloten.’ Bij de sessie Data als stuurmiddel voor beleidsvorming werd bekend dat we eigenlijk nog te weinig weten van de fiets en haar gebruikers. Sessieleider Michiel Prak: ‘Als we het fietsen effectief willen stimuleren, hebben we meer en betere fietsdata nodig. De deelnemers gaven aan samen op te willen trekken bij het bepalen van een koers hoe die data in te winnen. Daar gaan we binnen de MRA samen met overheden gevolg aan geven.’ Bij de sessie Nieuw leven voor Maas leverde een paneldiscussie op dat er behoefte is om MaaS op te schalen om altijd een mobiliteitsgarantie te geven. De gebruiker wil MaaS namelijk inzetten als dit gemak oplevert. En het alternatief (lees: de auto) is vanuit dat perspectief nog altijd een lastige concurrent. Als het gemak er eenmaal is, dan verwacht men dat dit de drempel naar multimodaal zal verlagen.

Ook bij de andere sessies werden mooie resultaten geboekt. Wil je hier meer over weten? Mail ons, dan sturen we je het volledige verslag.

En zo creëerde ook dit derde MRA Smart Mobility Congres voldoende ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Daniel van Motman sloot de dag dan ook af met hoopvolle woorden: ‘Het was goed om iedereen weer te zien, maar vooral ook een dag waarop we met z’n allen smart mobility weer een flinke stap voorwaarts hebben kunnen brengen.’