Als producten worden afgeleverd met elektrisch vervoer vanuit een verplaatsbare koelbox (last mile box) is er geen CO₂-uitstoot. Ook vermindert hierdoor het aantal vervoersbewegingen. Dat blijkt uit een proef die op initiatief van Leen Menken Foodservice Logistics en Rijkswaterstaat van maart tot mei 2022 werd uitgevoerd in Amsterdam Zuid.

Leen Menken en Rijkswaterstaat werkten voor de proef samen met de gemeente Amsterdam en Foodlogica. Leen Menken liet een verplaatsbare koelbox ontwikkelen, de last mile box. Vanaf een vaste locatie in Amsterdam Zuid ontvingen consumenten en horecaondernemers hun bestellingen van fietskoeriers van Foodlogica. De proef leverde informatie op over de routetijd, gereden kilometers en besparing in CO₂-uitstoot. Daarnaast kregen de initiatiefnemers inzicht in het gebruik van elektrische voertuigen en de toepassing bij de bezorging aan verschillende doelgroepen zoals het type klanten (consumenten, bedrijven en horeca), de schaalbaarheid en de kosten.

Minder CO₂-uitstoot

De proef heeft ook een positieve invloed gehad op de CO₂-uitstoot. Doordat er geen CO₂-uitstoot meer is tijdens de bezorging vanuit de last mile box, is de totale CO₂-uitstoot van Leen Menken in de regio Amsterdam in de periode van de proef met 21% gedaald. Dat is 658,72 kilogram minder CO₂. Dat is evenveel uitstoot als wanneer je zo’n 3000 km rijdt met een auto op benzine.

Bakfietsen

Een route met een bakfiets duurde tijdens de proef gemiddeld tussen de 15,5 en 21 minuten langer dan wanneer dezelfde route gereden zou zijn met een bestelwagen met een hogere gemiddelde snelheid. Voor de proef werd aangenomen dat bakfietsen konden gemiddeld zestien km/uur konden rijden. De rijsnelheid van de bakfietsen bleek in de praktijk lager, waardoor tijdens de proef de snelheid voor bakfietsen is aangepast naar gemiddeld 10 km/uur. Ondanks de lagere rijsnelheid van een bakfiets is het verschil in routetijd met bestelwagens relatief beperkt gebleven. Dat komt omdat bakfietsen gebruik konden maken van fietspaden, drukke wegen konden vermijden, geen last hadden van files en inrijbeperkingen voor auto’s. En het gebruik van de bakfietsen draagt bij aan het verminderen van het aantal vervoersbewegingen.

Type klanten

De gebruikte bakfietsen bleken tijdens de proef vooral geschikt voor de leveringen aan consumenten met veel stops op de route. Voor horecaleveringen bleek de bakfiets minder geschikt, omdat het gewicht van een levering aan de horeca te hoog is en het aantal stops op een route te laag. De routes voor de bakfietsen zijn met hetzelfde plansysteem gepland als waarmee de bestelwagens van Leen Menken gepland worden. Aanpassingen aan het plansysteem moeten ervoor zorgen dat de voordelen van de bakfiets en verplaatsbare koelbox beter benut worden.

Aanpassingen

Uit de proef bleek verder dat er aanpassingen nodig zijn aan de grootte en de wendbaarheid van de bakfietsen. De ingezette fietsen kunnen geen vriesleveringen verzorgen. Ook voor grotere leveringen aan de horeca zijn ze niet geschikt. De proef bestond uit één verplaatsbare koelbox. De box blijkt goed te werken en wordt ingezet als mobiele hub, maar kan ook gebruikt worden voor directe leveringen aan de horeca in combinatie met een kleine elektrische truck. Bij een volgende proef worden deze aanpassingen verwerkt.

De samenvatting van het onderzoeksrapport lees je hier.