De focus van MRA-platform Smart Mobility ligt de komende jaren op data en digitalisering. Want met data en digitalisering kun je een efficiënter mobilteitssysteem realiseren, emissies reduceren en innovatieve mobiliteitsoplossingen bevorderen. En daarmee bouwen aan duurzame en robuuste mobiliteit in de MRA. Een voorbeeld van zo’n datagedreven opgave is een vlekkenkaart voor een netwerk van mobiliteitshubs. ‘Een digitaal overzicht van potentiële hublocaties rond de stad geeft inzicht in de dekking voor een potentieel hubnetwerk.’

Om de ringwegen rond Amsterdam draaiende te houden en de binnenstad te ontlasten van autoverkeer, voert de gemeente Amsterdam regelmatig onderzoeken uit. Zo werd er onlangs een studie afgerond waarin de gemeente onderzocht of 5 grote strategisch gelegen hubs die situatie kunnen realiseren. De uitslag: die hubs komen er niet, want gelet op de schaarse ruimte zijn ze te groot en te duur. ‘Jammer’, zegt Hidde van der Maas, strategisch adviseur Hubs en Toekomstbestendige Mobiliteit. ‘Hubs worden nog steeds te veel gezien als een mogelijke oplossing voor duurzame mobiliteit en te weinig als een noodzakelijk onderdeel van een bereikbare metropoolregio.’

Bestaande locaties met hub-potentie

Om de doelstellingen te halen en een alternatief te bieden, zijn er meerdere minder kostbare hubs nodig. Vanuit dit perspectief besloot Hidde te kijken naar bestaande locaties met hubpotentie. ‘’Er is al veel infrastructuur aanwezig. Denk aan parkeergarages in eigendom van een gemeente, parkeerterreinen, carpoolplaatsen, P+R terreinen en parkeergarages geëxploiteerd door een marktpartij: plekken voor publiek gebruik en met meer dan 25 parkeerplekken. En allemaal in de buurt van rijks- en N-wegen en aan de randen van (stads)centra. Zo’n overzicht geeft inzicht in de dekking rond de stad: zijn er bijvoorbeeld al voldoende locaties waarmee we een netwerk kunnen optuigen? En liggen ze goed verspreid?’ In het Nationaal Parkeer Register (NPR) vond Hidde een flink aantal van dit soort plekken. Maar omdat wegbeheerders zelf bepalen welke locaties ze openbaar beschikbaar willen maken, zijn niet alle locaties daarin opgenomen. Voor een volledig beeld spoorde Hidde ook dat soort locaties op. ‘Want mocht zo’n niet-openbare locatie nou net de missende schakel zijn in een netwerk, dan kunnen we vragen of zo’n wegbeheerder die keuze kan heroverwegen.’

Reistijdisochronen

Om een beter inzicht te krijgen in de spreiding en het gebruik van deze parkeerfaciliteiten betrok Hidde adviseur data- en digitalisering Michiel Prak bij het project om samen met hem de locaties te documenteren en te digitaliseren. Door samen de verkregen data te ‘plotten’ op een digitale kaart zagen ze dat er rond de stad al een behoorlijk complete dekking voor een potentieel hubnetwerk aanwezig is. ‘Door vervolgens reistijdisochronen aan afzonderlijke locaties toe te voegen, krijgt de gebruiker inzicht in welke bestemmingen bereikbaar zijn per modaliteit vanaf het punt waar hij of zij de auto parkeert’, legt Michiel uit. ‘Op basis van onderzoeken weten we hoeveel minuten reizigers gemiddeld bereid zijn om te reizen vanaf een parkeerplek tot eindbestemming. Voor fietsers varieert dat bijvoorbeeld van 5 tot 10 minuten voor een incidentele rit tot 15 tot 20 minuten voor iemand die regelmatig een bepaald traject aflegt. En in het OV zijn regelmatige reizigers zelfs bereid tot wel 30 minuten te reizen, mits dit comfortabel kan.’ Door per modaliteit cirkels aan te brengen rondom locaties, ziet de reiziger in één oogopslag welke bestemmingen er bereikbaar zijn binnen een bepaalde tijd. ‘Willen we dit straks een stap verder brengen, dan zouden we onderzoeksinstituten zoals het KiM of CROW kunnen betrekken voor meer nauwkeurige resultaten, of kijken naar relevant transportonderzoek van de TU Delft/UT’, vult Hidde aan.

Samenwerken

Met het aanbrengen van reisisochronen kunnen Michiel en Hidde ook de potentie van locaties analyseren op basis van samenhang in het netwerk en bereikbaarheid. En van daaruit een plan ontwikkelen voor het realiseren van de (nieuwe) hubs, met waar nodig integratie van deelmobiliteit en intensievere OV-verbindingen. Want als je weet dat er ergens voldoende reizigers zijn, kun je gericht OV inzetten. En voor private partijen zijn daar mogelijkheden voor e-scooter- of fietsverhuur. ‘Hoe we dat precies kunnen inrichten, daarvoor werken we graag samen met publieke en private partijen’ zegt Michiel. ‘Want alleen kunnen wij dit niet. De vlekkenkaart biedt hiervoor een goed uitgangspunt.’

Oproep aan partners in de MRA

Om dit initiatief tot een breed gedragen product te maken dat bovendien toepasbaar is voor de hele MRA, doen we een oproep aan alle partners: Heb je ideeën, suggesties of op een andere manier bijdragen? Neem dan contact op met Hidde van der Maas.