Vijf jaar lang werkten het Rijk, provincies, de vijf grote gemeenten en de metropool- en vervoerregio’s samen aan smart mobility, onder de naam Krachtenbundeling. Gebiedscoördinator Noordwest Rick Pakkert vertelt over de resultaten, de nieuwe samenwerking en de laatste verkiezingsuitslag.

De Krachtenbundeling is gestart om te voorkomen dat overheden versnipperd, vrijblijvend en kleinschalig zouden werken aan smart mobility. Nu, vijf jaar later, zijn die digitale innovaties inmiddels onderdeel van het dagelijks leven en krijgen veel programma’s een structurele plek. ‘Zoals het opschalen van deelmobiliteit, het uitbreiden van hubs, het digitaal stelsel mobiliteitsdata (DMS) en de verantwoorde invoering van zelfrijdende voertuigen’, somt Rick op. ‘De samenwerking heeft daarnaast geleid tot een krachtig landelijk netwerk waarin kennis wordt gedeeld en samen wordt gewerkt.’

Toekomstige samenwerking

Tot genoegen van Rick werd 13 december in het laatste directeurenoverleg (DO Slim) officieel vastgesteld dat die samenwerking, in een andere vorm, de komende jaren doorgaat: ‘In eerste instantie zou de samenwerking december 2023 eindigen en zou er niks voor terugkomen in 2024. Maar dan zouden we de mobiliteitstransitie niet gaan redden, met de grote uitdagingen waarvoor we staan: schaarse ruimte, financiële beperkingen en een flinke woningbouwopgave. Samen optrekken is heel belangrijk voor onze regio. Dus ik ben, net als de andere betrokkenen, erg blij dat we doorgaan met deze waardevolle samenwerking tussen Rijk en regio.’

Het netwerk en de samenwerking, vormgegeven door de Krachtenbundeling, blijven bestaan, maar met een andere rol. De inhoudelijke verantwoordelijkheid verschuift naar de werkvelden, waarbij het netwerk blijft werken als bewaker van de vijf principes van de Krachtenbundeling:

  1. We werken als één overheid (richting markt en reiziger);
  2. We pakken het slim aan (op de juiste plek en schaal, niet dubbel);
  3. We leren samen (delen van kennis en informatie);
  4. We kunnen het aan (organisatie en competenties);
  5. We werken vanuit eigen verantwoordelijkheid.

Rick: ‘In plaats van inhoudelijk gaan de overleggen vanaf nu meer over proces: wat past er goed in de regio’s en wie kan dat verder brengen? We gaan door met een Strategisch Smart Mobility Beraad (SSMB) en het Tactisch Smart Mobility overleg (TSMO) vanuit de landsdelen, waarbij alle werkvelden en programma’s aansluiten.’

Uitslag Tweede Kamerverkiezingen

Over de invloed van de verkiezingsuitslag op de smart mobility-programma’s maakt Rick zich geen grote zorgen. Het eerste signaal van de grootste partij is de aanleg van méér snelwegen. Dat kan misschien in Flevoland, maar in de Randstad is daar geen geld en ruimte voor, dus daar moet je wel smart mobility-oplossingen gebruiken. En gelukkig is er al veel incidenteel geld gereserveerd in het BO-MIRT (Bestuurlijke Overleggen Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport). Met smart mobility moeten we wel doorgaan en dat is vastgelegd door het demissionaire kabinet. Maar het is zeker interessant wie er gaat regeren.’

Persoonlijk kijkt Rick met plezier terug op de vele overleggen van de Krachtenbundeling, die meestal bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat plaatsvonden. ‘De dynamiek en variatie vond ik fijn; er waren hoog-over overleggen, maar ook inhoudelijke en technische overleggen. En in elke regio spelen andere zaken, dus het was veel schakelen tussen de landelijke en regionale zaken om daar een landelijke samenwerking voor op te tuigen.’

‘Het is een mooi resultaat dat iedereen inziet dat het voor de regio’s noodzakelijk is dat we blijven samenwerken met het Rijk. Fijn dat dat gaandeweg eruit is gekomen. Ik ben er heel enthousiast over dat de samenwerking en het netwerk blijven bestaan,’ besluit Rick.