Het digitaliseren van data maakt mobiliteit slimmer. Actuele en betrouwbare mobiliteitsdata zorgen voor een verbetering van de doorstroming in de regio. Reizigers kunnen beter worden geïnformeerd en het maakt samenwerking tussen partijen makkelijker. Provincies Noord-Holland en Flevoland hebben binnen de Data Top 15 vijf onderwerpen als prioriteit aangemerkt. Daar gaan ze als eerste mee aan de slag. Fietsdata is een van die onderwerpen.

Inzicht in knelpunten

Weet je wat de drukste fietslocatie is in jouw gemeente? En weet je of dat recreatief of woon-werkverkeer is? In de praktijk komt het vaak voor dat gemeenten dit niet weten. Deze vragen kun je beantwoorden als je met fietsdata aan de slag gaat. ‘Fietsdata leveren je een schat aan informatie op’, zegt Elles de Vries, thematrekker Data en digitalisering bij MRA-platform Smart Mobility. ‘Met behulp van fietsdata kun je bijvoorbeeld optimale fietsroutes bepalen. Je krijgt inzicht in knelpunten – waar je vervolgens mee aan de slag kunt. Je kunt overlast tegengaan, bijvoorbeeld door het wildparkeren in beeld te brengen en op die plekken extra fietsstallingen aan te bieden.’ Een recent voorbeeld waar steeds meer gemeenten mee kampen, is de overlast door deelfietsen. Ongebruikte deelfietsen die her en der op straat liggen: dat is voor veel steden een schrikbeeld en reden om helemaal geen aanbieders van deelfietsen in de gemeente toe te laten. Maar dat is nergens voor nodig, zegt Elles: ‘De deelfiets kan een goed onderdeel zijn van moderne services, zoals Mobility as a Service. Maar dan moet je als gemeente hier wel op kunnen sturen. Met behulp van data kunnen we zien waar en wanneer de deelfietsen verhuurd worden. Als je steeds ziet dat er fietsen blijven staan, dan moet je je afvragen of die aanbieder zo veel fietsen nodig heeft, of dat hij het aantal beschikbare fietsen moet verminderen. Dat houdt het leefbaar.’

Nationaal Dataportaal Wegverkeer

Dat sturen kan met behulp van het Nationale Dataportaal Wegverkeer (NDW). Die heeft onlangs fietsdata toegevoegd aan zijn databank. Gemeenten en andere partijen leveren de data aan bij het NDW. Els Rijnierse is programmamanager bij het NDW. Els houdt zich bezig met het inwinnen van fietsdata, controleert de kwaliteit ervan en ondersteunt gemeenten en provincies bij trajecten om deze data te digitaliseren. ‘De landelijke doelstelling vanuit het ministerie is: meer fietsen en minder in de auto. Dat draagt bij aan de verkeersveiligheid en bereikbaarheid en zorgt voor minder uitstoot van schadelijke stoffen. Zo’n doelstelling kun je alleen monitoren door te tellen. Dus dat gebeurt op steeds meer plekken,’ vertelt Els.

Open data

De fietsdatabank van het NDW bevat teldata, verplaatsingsdata en assetdata. ‘Teldata is simpelweg hoeveel fietsers een bepaald punt passeren. Verplaatsingsdata gaat over van waar naar waar er wordt gereden en met welke snelheid. Assetdata toont netwerken waar fietsers kunnen rijden,’ legt Els uit. ‘Onze teldata zijn open data, dus voor iedereen beschikbaar. We regelen de inwinning ervan, zien toe op de kwaliteit, we verrijken data, slaan ze op en stellen ze beschikbaar.’

Zicht op fietsnetwerk

De laatste jaren wordt de fiets steeds belangrijker als vervoermiddel. Denk aan populariteit van de e-bike en de aanleg van snelfietspaden. Om de fiets meer aandacht te kunnen geven, is het belangrijk dat gemeenten en andere wegbeheerders zicht hebben op onder andere het netwerk van fietspaden. De meeste wegbeheerders zijn nog niet zover met digitaliseren van fietsdata als met andere verkeersdata. Daarom helpt het NDW. ‘Veel gemeenten zijn gewend om met relatief kleine bedrijven een kleine hoeveelheid teldata in te winnen. Daar kun je een korte periode mee vooruit,’ zegt Els. ‘Maar wil je meerdere jaren vooruit, en bijvoorbeeld over de ‘grens’ van de wegbeheerder kijken, dan moet je echt meer informatie inwinnen en moet je data aan meer eisen voldoen. Dat komt best nauw. Over het algemeen hebben gemeenten niet voldoende menskracht hiervoor in huis. Daarom wordt dit vaak uitbesteed, bijvoorbeeld aan het NDW. Wij kunnen alles uit handen nemen – van contractmanagement tot daadwerkelijk tellen en alles daartussenin.’

Digitaliseren van de schoenendoos

Het daadwerkelijk digitaliseren van de data is een belangrijke stap, zegt Els. ‘Nu zie je vaak dat gemeenten een ‘schoenendoos’ hebben – zo noem ik dat een beetje oneerbiedig. Een set met Excel-bestanden die één medewerker beheert. Als die vertrekt, loop je het risico dat je al deze kennis en informatie kwijtraakt. Niemand weet dan meer wat hij ermee moet. Als je het digitaliseert en dus uniformeert, ben je veel toekomstbestendiger.’ De stap van schoenendoos naar digitaal dossier is geen eenvoudig klusje, weet Els. ‘Maar doe het toch maar, is mijn advies. Als je nu begint met digitaliseren, dan bouw je in ieder geval iets op. Laat dit dan je nulpunt zijn. Over twee of drie jaar heb je dan data waar je beleidsmatig iets mee kan. In veel gevallen is dat ook prima, omdat beleid toch pas na een aantal jaar wordt geëvalueerd. Alleen door te tellen heb je een kwantitatieve basis voor beleid.’

Wil je meer weten of fietsdata en hoe je dit kunt toepassen? Neem dan contact op met onze thematrekker Data en digitalisering, Elles de Vries, via e.devries@vervoerregio.nl.