Smart mobility biedt digitale innovaties voor de mobiliteitstransitie die aan de gang is. Transities vragen om een krachtige, doeltreffende manier van samenwerken tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen. In de landelijke krachtenbundeling werken het Rijk, provincies, de vijf grote gemeenten en de metropool- en vervoerregio’s samen om smart mobility tot een succes te maken. In dit artikel lees je welke mooie resultaten de partners tot nu toe hebben bereikt. Maar eerst vertellen we iets meer over (het doel van) de krachtenbundeling en hoe de partners hierin samenwerken.

Samenwerken in de krachtenbundeling

Door samen te werken in de landelijke krachtenbundeling zorgen we ervoor dat overheden niet te versnipperd, vrijblijvend en kleinschalig werken. ‘De krachtenbundeling is geen programma, project of bestuurlijk orgaan. Je moet het eerder zien als een werkwoord: we bundelen onze krachten op landelijk niveau. We leggen verbindingen tussen opgaven en ambities. Van daaruit stellen we onze gezamenlijke prioriteiten vast om daar vervolgens samen in op te trekken. Hierdoor kunnen we ontwikkelingen versnellen en komen innovaties eerder van de grond. Kortom: door goed samen te werken, hebben smart mobility oplossingen meer impact’, vertelt Martin Visser, thematrekker Regionaal en landelijk netwerken en gebiedscoördinator Noordwest Landelijke Krachtenbundeling.

In de krachtenbundeling werken de partners samen volgens de principes:

• We werken als één overheid (richting markt en reiziger)
• We pakken het slim aan (op de juiste plek en schaal, niet dubbel)
• We leren samen (delen van kennis en informatie)
• We kunnen het aan (organisatie en competenties)

Meer over de krachtenbundeling (waaronder de vier clusters waarop de samenwerking zich richt) lees je op onze website.

De successen van de samenwerking

Voor een goede afstemming tussen alle betrokken partijen is het logisch dat in de landelijke krachtenbundeling veel wordt overlegd, en op verschillende niveaus. Gelukkig leidt al dat gepraat ook tot concrete resultaten en innovatieve oplossingen, zoals de inzet van de Intelligente verkeersregelinstallaties (iVRI’s) en een landelijk, gezamenlijk programma deelmobiliteit. Martin: ‘Een vraag die leefde was waarom we op het gebied van deelmobiliteit niet sneller stappen zetten. Daarvoor bleek intensievere samenwerking nodig tussen de verschillende overheden en regio’s. Pak je dat niet landelijk samen op, dan blijf je waarschijnlijk een tijd stilstaan. Nu kunnen we zeggen dat er stappen zijn gezet op deelmobiliteit, dankzij de landelijke krachtenbundeling.’

In de voortgangsrapportage, die afgelopen januari uitkwam, worden meer resultaten van de samenwerking op het gebied van smart mobility gepresenteerd. Zo ervaren het Rijk en de regio gedeeld eigenaarschap en heeft het Directeurenoverleg Slim (DO Slim) uitgesproken te willen sturen op een structurele systeemverandering. Want: smart mobility is niet meer weg te denken uit ons mobiliteitssysteem, dus moeten we ervoor zorgen dat het een vast onderdeel wordt van ons denken en doen. Het gaat ook over geld: in 2023 komt er vanuit partners binnen de krachtenbundeling ruim twee miljoen euro extra beschikbaar voor smart mobility en wordt ingezet op structurele financiering van smart mobility vanaf 2024.

De juiste mensen aan boord met de Human Capital Agenda

Eén van de doelen waarvoor die extra investering voor 2023 van pas komt is de Human Capital Agenda. ‘Die agenda moet ervoor zorgen dat we op landelijk niveau mensen met de juiste kennis en ervaring aan ons verbinden en behouden”, vertelt Martin. “Want je kunt nog zo hard willen werken aan innovatie, digitalisering en andere slimme oplossingen, maar als we niet de juiste mensen hebben dan lukt het ons niet die slimme oplossingen goed te beheren en exploiteren.’

Als voorbeeld noemt Martin de eerdergenoemde Intelligente verkeersregelinstallaties (iVRI’s). ‘Dat vraagt hele andere kennis van de wegbeheerder dan de oude traditionele verkeersregelinstallaties. Het is niet zo dat alle wegbeheerders die kennis moeten hebben, maar ze moeten wel een bedrijf een opdracht kunnen geven om te zorgen dat die iVRI’s goed geïnstalleerd en beheerd worden. Met de Human Capital Agenda zoeken we op landelijk en regionaal niveau naar oplossingen als gaat over programma’s voor mensen die vanuit een ander vakgebied zich willen laten omscholen en omscholing binnen organisaties, en stemmen die op elkaar af. We hebben met alle samenwerkende overheden de gemeenschappelijke uitdaging om kennis en ervaring aan boord te halen over smart mobility.’