Voor het vormgeven van de nieuwe koers werkt het MRA-platform Smart Mobility samen met Marc Stemerding en Hannah van Amelsfort. Beiden werken als mobiliteitsexpert bij adviesbureau Goudappel dat (semi) overheden bijstaat op het gebied van duurzame mobiliteit. We spreken hen over hun plannen, hoe ze te werk gaan en hoe zij denken over slimme mobiliteit en samenwerking.
Wat is jullie persoonlijke motivatie om aan dit vraagstuk te werken?
Marc: De uitdagingen waar we in de MRA voor staan, zijn groot: afnemende leefbaarheid, stagnerende woningbouw, niet-gehaalde klimaatdoelen, economische druk en toenemende ongelijkheid in mobiliteit. Tegelijkertijd komt de overheid niet tot daden, omdat we vastlopen in bestuurlijke uitvoering. Ik wil graag een verschil maken, bijdragen aan oplossingen, ook al is het op kleine schaal. Smart Mobility kan een sleutelrol spelen in de mobiliteitstransitie. In de MRA zijn al veel ideeën ontwikkeld, het is tijd om die ook echt te realiseren.
Hannah: Ik wil bijdragen aan oplossingen waar behoefte aan is en waar mensen ethousiast van raken. En op basis daarvan samenwerking zoeken. Ik realiseer me dat niet iedereen meteen staat te springen om de voordelen van data, digitaliseren en smart mobility te omarmen. En omdat mijn opdracht maar 1 jaar duurt, wil ik iets achterlaten waar de partners binnen de MRA zelf mee verder kunnen.
Hoe sluit jullie expertise aan bij de opdracht van MRA-platform Smart Mobility?
Hannah: Ik sta midden in het werkveld. In Zweden werkte ik aan de invoering van congestieheffing, waarbij politieke moed en feitenkennis cruciaal bleken. Internationaal heb ik ervaring opgedaan met MaaS-pilots, beleidsontwikkeling en het adviseren van bedrijven zoals Waymo. Ook in Nederland, zoals bij de Provincie Noord-Holland, heb ik programma’s geëvalueerd. Maar belangrijker dan inhoudelijke kennis is werken mét de mensen in het netwerk en hun energie koppelen aan concrete stappen. Gelukkig hebben we binnen Goudappel veel collega’s die daarin meehelpen.
Marc: Ik werkte vlak voor corona mee aan een project voor mensen met beperkte toegang tot openbaar vervoer. Door data en digitalisering maximaal in te zetten, probeerden we hen te laten participeren in de samenleving. Een mooi voorbeeld van smart mobility als middel met maatschappelijke impact. Technisch zat het goed, maar het project strandde op formele barrières en gevestigde belangen. Desondanks heb ik er veel van geleerd: technologie is noodzakelijk, maar niet voldoende. Je hebt draagvlak en ambassadeurs nodig, én het juiste moment.
Wat gaan jullie concreet doen?
Hannah: Vanuit de bundel Ontwikkelen werk ik aan tool, een zogeheten minimum lovable product (MLP), die gaat helpen bij strategische, tactische of operationele mobiliteitsvraagstukken. Denk aan logistiek of Minder Hinder, of andere relevante vraagstukken. We kiezen bewust voor lovable in plaats van het meer bekende viable, omdat we iets willen maken waar mensen echt iets aan hebben. Via design thinking ontwikkelen we samen met de partners allerlei creatieve oplossingen die we stap-voor-stap uitwerken. En daarna maken we een selectie; we kiezen 1 of 2 projecten en ontwikkelen daarvoor een concreet product dat werkt.
Marc: Mijn opdracht draait om Doen. Onze opdrachtgever Daniël van Motman omschrijft dit als volgt: ‘In de praktijk brengen en borgen van producten en werkwijzen bij de partners.’ Dat vraagt om overzicht houden in een enorme veelheid aan vaak mooie initiatieven die al zijn bedacht. Maar ook initiatieven die as we speakworden ontwikkeld, ook internationaal. Mijn rol is om relevante ontwikkelingen te vertalen naar concrete acties voor beleidsmakers in de regio. Zodat zij niet zelf zicht hoeven te houden op wat nuttig is voor hen. Ik inventariseer en adresseer en vervolgens spreek ik specifieke personen aan: ‘Dit ligt op jouw bordje, hiermee kun je iets bereiken. Ga je er iets mee doen en zo ja, wat?’ Zo willen we innovaties laten landen én activeren.
Hoe gaan jullie om met data en digitalisering?
Hannah: Voor ons zijn data en digitalisering middelen, geen doelen. Stromen als citizen development en FAIR data zijn belangrijke enablers voor impactgericht werken. We gaan ook werken aan een leidraad voor datastrategieën, zodat partners op een verantwoorde en creatieve manier met data aan de slag kunnen.
Marc: Ik ben sinds 2018 ook Functionaris Gegevensbescherming bij Goudappel. Privacy is belangrijk, maar ik zie vaak dat het als obstakel wordt ingezet voor zinvolle innovaties. Het belang is dan strijdig met andere maatschappelijke belangen, zoals doorstroming, bereikbaarheid, of vermindering van ongelijkheid. De AVG is óók bedoeld is om dit soort ontwikkelingen mogelijk te maken, mits goed geregeld. De kunst is om juridisch belangen eerlijk af te wegen en steeds te vragen: ‘Hoe dan wel?’
Hoe gaan jullie de regio betrekken?
Hannah: Misschien is de betere vraag: Hoe betrekt de regio óns? We gaan actief de regio in, zoeken contact en sluiten graag aan daar waar energie zit. De partners in de regio zijn al volop bezig. Ik hoop dat wij elkaar zullen vinden en onze capaciteit slim gaan gebruiken.
Marc: Samen met onze collega;s bij Goudappel zijn we al goed bekend met regionale netwerken. Dat is een prima basis. Ons startpunt is het voeren van gesprekken, en zo die verschillenden netwerken in kaart brengen. Voor een goed werkend product moet je gebruikers kennen en begrijpen, daar investeren we veel tijd in. Goed luisteren en proberen dicht op de praktijk te zitten. En dan hoop ik op wederkerigheid: dan weet de regio ons ook te vinden en scherp te houden.
Hoe belangrijk is samenwerking?
Hannah: Cruciaal. We kunnen dit niet alleen. Wij bouwen voort op de kennis en ervaringen van gemeenten, provincies, experts en natuurlijk het netwerk van het MRA-platform Smart Mobility. Onze lovable tool moet dan ook iets worden van de hele regio. Als iedereen mede-eigenaar is, blijft het ook leven als wij weer weg zijn.
Hoe werkt jullie mensgerichte benadering?
Hannah: Bij alles wat we doen stellen we de vraag: Wat betekent dit voor mensen in de praktijk? We doen veel belevingsonderzoek waarbij we rekening houden met menselijk gedrag en dagelijkse routines.
Marc: Dat menselijke perspectief is geen abstract uitgangspunt. Om een recent voorbeeld te geven: In een ander project werd mobiliteitsbeleid ontwikkeld dat bepaalde medewerkers parkeervoorzieningen ontzegde, omdat er ov-haltes in de buurt waren. Maar hun werktijden vielen buiten de dienstregeling. Goedbedoeld beleid leidde tot sociale ongelijkheid. Zo’n voorbeeld laat zien dat beleid pas werkt als je verschillen tussen mensen serieus neemt.
Hoe zien jullie de ontwikkeling van smart mobility?
Hannah: Er zit veel potentie in smart mobility, maar het gaat vaak mis in de praktijk. Te vaak wordt er een oplossing bedacht vanuit techniek en gezocht naar een probleem dat we ermee kunnen oplossen. Denk aan de zelfrijdende auto of deelsteps die lukraak in steden worden gedropt. Als we smart mobility echt willen laten werken, moeten we anders denken. Begin bij de opgave – wat hebben we nodig? – en kijk dan welke techniek dat kan oplossen. Zorg ook dat het schaalbaar is. De OV-fiets is een goed voorbeeld: simpel, betrouwbaar en overal beschikbaar. Dat werkt.
Wat hopen jullie de komende anderhalf jaar te bereiken?
Marc: Dat er iets is ontstaan wat mensen echt gebruiken en impact heeft. Dat we partners activeren en dat we samen iets bouwen dat blijft groeien. We willen een vliegwiel in gang zetten dat blijft draaien, ook als wij er niet meer zijn.
Hannah: Het mooiste wat we kunnen bereiken, is dat mensen zeggen: ‘Dit helpt ons echt vooruit.’